Dubbele remmen !

GVB Amsterdam, geëmailleerd rood op geel, ovaal, grootste breedte 167 mm, 1949,

Drieassers 891-950, 951-1000

GVB Amsterdam, kunststof, 261x46 mm, 1954, Blauwe wagens 396-445, aanhangrijtuigen 701-880

GVB Amsterdam, kunststof 178x54 mm, 1957, gelede wagens 551-587, 601-669

Angstaanjagend

Na de Tweede Wereldoorlog was het wagenpark van de tram in Amsterdam verouderd en door de omstandigheden zwaar belast en matig onderhouden. De aanschaf van zestig drieassige motorwagens en vijftig bijbehorende aanhangrijtuigen verbeterde de  materieelpositie slechts op bescheiden wijze..

De nieuwe drieassers waren als eerste van elektromagnetische railremmen voorzien. De ovale, donkergele geëmailleerde bordjes met rode letters zaten vanaf de levering in de drieassers. Geëmailleerde bordjes in andere kleuren dan zwart en wit zijn zeldzaam en opvallend. Ze pasten ook helemaal in de interieurstijl van dit materieel, dat nog de jaren-’30-sfeer uitstraalde. De ovale vorm kwam ook terug in de gegoten reliëfbordjes ’Stopsein’ bij de bakelieten stopknoppen. 

De bordjes toonden de angstaanjagende en raadselachtige tekst "Houdt u steeds goed vast, dubbele remmen!"  Voor de doorsnee passagiers zal het de vraag geweest zijn wat dubbele remmen nu exact zijn. Naast de handrem en de elektrische generatorrem werden als noodremsysteem de magnetische railremblokken aangebracht. Bij een noodremming werden die elektrisch bekrachtigd waardoor ze magnetisch vastkleefden aan de rails. Een tramstel kon op die manier abrupt tot stilstand gebracht worden.

De tweeassige trams hadden in het geheel geen railremmen en aanrijdingen waren aan de orde van de dag. Bij een ongeluk op het Stationsplein op 12 oktober 1953 bezweek een PTT-beambte in het ziekenhuis aan zijn verwondingen. Dat was de druppel die de emmer deed overlopen! De kwestie leidde uiteindelijk tot ontslag van directeur Hofman. De nieuwe directeur Ybema kreeg van de gemeenteraad volop krediet voor vernieuwing van het wagenpark. De ontslagen directeur Hofman had hier jarenlang tevergeefs om gevraagd. Voor de jongste tweeassige trams; de blauwe wagens met bijbehorende aanhangrijtuigen werden railremmen besteld. 

Toen de railremmen werden aangebracht in het tweeassige materieel dat nog langer dan een paar jaar mee moest, achtte men bij het GVB het tijdperk van de aanmaak van nieuwe emaille bordjes voorbij. Voor de aangepaste tweeassers werden witte, langwerpige plastic bordjes met dezelfde tekst als in de drieassers gemaakt. De langwerpige vorm werd gedicteerd door de plaats van bevestiging: de houten lat boven de ramen en onder de bovenlichten.  De typografie was gelijk aan de opschriften in de drieassige trams maar de opvallende gele ondergrond was achterwege gelaten. In 1955 waren bijna alle Blauwe wagens van railremmen voorzien.

Vanaf juni 1957 kwamen nieuwe enkelgelede trams in dienst. De elegante en fraai vormgegeven wagens maakten een entree op de Leidsestraat-lijnen 1 en 2. In die moderne wagens waren uiteraard vanaf het begin railremmen aanbracht. Ook in de gelede trams werd het publiek gemaand zich goed vast te houden.

Industrieel ontwerper Friso Kramer adviseerde over de vormgeving van de nieuwe gelede trams. Volgens de nieuwste inzichten uit de grafische ontwerperswereld van destijds werden hoofdletters achterwege gelaten. Het lettertype Gill Sans werd consequent toegepast. Het uitroepteken waarmee de boodschap kracht bij gezet werd, is op deze versie verdwenen.

Lees meer:

 

Terug naar: